Een kroniek van sterke vrouwen: Half leven van Aya Sabi

Een kroniek van sterke vrouwen: Half leven van Aya Sabi

Een kroniek van sterke vrouwen: Half leven van Aya Sabi

Soms lees je een boek dat blijft nazinderen, als een echo van je eigen gedachten.
Half leven van Aya SabiHalf leven van Aya Sabi is zo’n boek.

Het is een meerstemmig portret van drie generaties vrouwen: grootmoeder Fatna, dochter Hamouda en kleindochter Shams. Drie vrouwen, drie levens, drie gevechten. Maar vooral: drie stemmen die laten zien dat kracht en kwetsbaarheid hand in hand gaan. Dit thema van innerlijke strijd en verbondenheid raakt ook aan de kern van het boek over loyaliteit dat ik op dit moment schrijf, waarin ik onderzoek hoe onze diepste banden ons vormen en uitdagen.

 

Vrouwen die niet in een hokje passen

Aya Sabi schreef dit boek omdat ze zichzelf niet herkende in de manier waarop Maghreb-vrouwen doorgaans worden afgebeeld in de literatuur. Te vaak worden ze voorgesteld als stille, onderdrukte vrouwen. Maar de vrouwen in Half leven laten zich niet zo makkelijk in een hokje duwen. Ze zijn moedig, ze maken keuzes, ze zoeken hun weg in een wereld die ze niet altijd begrijpen en die hen ook niet begrijpt. Kortom, ze zijn sterk en kwetsbaar. Tegelijk kunnen ze door omstandigheden hun leven niet ten volle leven. Dit is waar de titel naar verwijst.

Neem Fatna, die opgroeit in een Marokkaans bergdorp in de jaren vijftig. Haar huwelijk is liefdeloos, haar toekomst lijkt vast te liggen. Maar ze heeft een talent: ze kan meesterlijk koken, een kunst die ze leerde van haar moeder. En ze gebruikt dat talent als ontsnappingsroute: het is een uitdrukking van haar identiteit en helpt haar in haar zoektocht naar haar plek in de wereld.

Hamouda, haar dochter, trekt in de jaren zeventig naar Nederland, op zoek naar een beter leven. Maar hoe bouw je een toekomst op als je de taal niet spreekt en de cultuur niet begrijpt? Ze vindt houvast in liefdesbrieven aan haar minnaar in Marokko – een stukje romantiek als reddingsboei in een zee van eenzaamheid.

En dan is er Shams, de derde generatie. Ze is in Nederland opgegroeid, heeft gestudeerd, schrijft een doctoraat. Ze probeert te begrijpen waarom de vrouwen in haar familie zo met elkaar botsen. Hoe het kan dat loyaliteit en wrok zo vaak hand in hand gaan. En of je ooit echt loskomt van het verleden.

 

Moeders en dochters: een universeel thema

Wat me het meest raakte aan dit boek? Dat de moeder-dochterrelatie niet alleen in de islamitische cultuur complex 

is. Dit fenomeen is tijd en cultuur overschrijdend. Blinde vlekken en het onbegrip dat daaruit voorkomt, dragen bij aan de complexiteit van heel wat moeder-dochterrelaties. Wie worstelt niet met haar moeder? Hoe vaak zeggen we niet: Ik ga het helemaal anders doen? Om dan later te ontdekken dat we meer op haar lijken dan we willen toegeven.

Sabi laat zien hoe ver de loyaliteit aan je moeder gaat, zo ver zelfs dat je er zelf een stukje van je vrijheid voor inlevert of een deel van jezelf verloochent.

Ik herkende mezelf in dit verhaal, ook al ben ik geen moslima. Ik heb ook geworsteld met enerzijds de boodschap middelmaat versiert de straat – onder geen beding opvallen – en anderzijds de verplichting om te woekeren met mijn talenten. De worsteling tussen loyaliteit en zelfontplooiing, tussen ergens aan willen toebehoren en autonomie, is universeel.

 

Boek: Hoe familieloyaliteit je loopbaan stuurt

Het thema van Sabi’s boek sluit nauw aan bij het boek dat ik momenteel schrijf over de impact van familieloyaliteit. Ik onderzoek daarin hoe de loyaliteit aan je gezin van herkomst je beroepskeuzes beïnvloedt en hoe je al dan niet bewust, patronen herhaalt. Net als in dit werk speelt de spanning tussen eigen verlangens en ingesleten familiedynamieken een centrale rol, waarbij de vraag opkomt in hoeverre we daadwerkelijk vrij zijn in onze keuzes of gestuurd worden door onzichtbare krachten uit het verleden.

 

Wat tussen de regels blijft hangen

Half leven is een boek dat je dwingt om na te denken over je eigen familiegeschiedenis. Over wat je meekreeg van thuis. De goede dingen, maar ook de beperkende overtuigingen. Zoals bij Fatna, die het talent om te koken erfde, maar ook het onvermogen om voor haar eigen behoeften op te komen.

Een prachtig boek dat je doet stilstaan bij je eigen loyaliteit.

Welk talent en welke beperkende overtuiging heb jij van je ouders meegekregen?

Andere artikelen:

Martin Buber als inspiratiebron in mijn werk als coach

Martin Buber als inspiratiebron in mijn werk als coach

Martin Buber als inspiratiebron in mijn werk als coach

Elk najaar organiseren SPES vzw en CIMIC vzw een studiedag, genaamd ‘Heldere bronnen’. Dit keer stond het werk van Martin Buber centraal. Mij was gevraagd een bijdrage te leveren in de vorm van een getuigenis over de invloed van het gedachtegoed van deze godsdienstfilosoof op mijn werk als coach en trainer.

Tijdens mijn opleiding tot contextueel therapeut, meer dan tien jaar geleden, kwam ik in contact met het werk van Martin Buber. Hij was een van de inspiratiebronnen van Ivan Nagy, de grondlegger van het contextuele gedachtegoed. Sindsdien vormt zijn filosofie een leidraad in mijn werk als coach.

Zijn bekendste werk is ‘Ik en Jij’, met als kerngedachte: ‘alle werkelijke leven is ontmoeting’. Voor Buber ligt de essentie van het mens-zijn in relaties, en die visie roept mij als coach op om bewust te investeren in de kwaliteit van de ontmoeting met de cliënt.

Bubers gedachtegoed rond het ‘Ik-Jij’-grondwoord heeft een diepe impact op hoe ik mijn cliënten benader en begeleid. Buber stelt: “Het grondwoord Ik-Jij kan slechts met het gehele wezen gesproken worden.” Dit inspireert mij om mijn cliënten tegemoet te treden vanuit het beste in mezelf. Wanneer ik hen niet als objecten maar als subjecten benader, ontstaat er een echte ontmoeting, waarin heling mogelijk is. In die momenten voelt de cliënt zich werkelijk gezien en begrepen in wie hij of zij ten diepste is.

“Wanneer ik mijn cliënten niet als objecten maar als subjecten benader, ontstaat er een echte ontmoeting, waarin heling mogelijk is.”

Toch confronteert Buber me ook met mijn eigen valkuilen. Op momenten waarop ik oordeel of diagnosticeer, merk ik dat ik mijn cliënt objectiveer. Dit verbreekt de ‘Ik-Jij’-relatie en vervangt deze door een ‘Ik-Het’-relatie. Die afstand doet afbreuk aan de verbinding die juist zo essentieel is in coaching. Het vraagt bewuste aandacht om telkens weer terug te keren naar een authentieke en open houding, waarin de ander werkelijk mag zijn wie hij of zij is.

Buber erkent daarnaast de waarde en onvermijdelijkheid van het objectieve ‘Het’-perspectief: Het is niet mogelijk enkel het Ik-Jij te beleven. Volgens Buber kan de mens niet zonder ‘Het’ leven, maar wie alleen daarmee leeft, is niet mens.

Ook mijn cliënten brengen vaak een objectieve, geobjectiveerde blik mee als ze spreken over hun professionele context. Als ze zich nogal kritisch uitlaten over prestaties van een medewerker of hun leidinggevende een micromanager noemen, velen ze een oordeel, waarmee ze de andere objectiveren. Mijn taak is om hen te helpen voorbij die objectivering te kijken en een meer persoonlijke betekenislaag te ontdekken.

“Een relatie is wederkerigheid,” stelt Buber. Voor mij houdt dat in dat ik mijn cliënten niet reduceer tot een probleem of casus, maar hen erken in hun volle menselijkheid. In deze relaties zijn wederzijds respect, authenticiteit en aanvaarding essentieel. Door mijn cliënten te accepteren zoals ze zijn, bied ik ze een veilige ruimte waarin zij zichzelf kunnen ontdekken, en groeien. Aanvaarding is volgens Buber de sleutel tot verandering: “Door mijn aanvaardende liefde ontdek ik in jou wat je bedoeld bent om te worden.”

De ware ontmoeting vindt plaats in de dialoog, waarin een warme eerbied voor het anders-zijn van de ander centraal staat. Net zoals bij een schaakspel, waarin de verrassing van de ander de kern vormt, is ook de coachingsrelatie onvoorspelbaar. Dit vraagt van mij als coach om comfortabel te zijn met het ‘niet-weten’, een van de kerncompetenties die de Internationale Coach Federatie benadrukt. Hoewel dit uitdagend was om te leren, ervaar ik dit inmiddels als essentieel om een veilige ruimte te creëren waarin cliënten hun gevoelens en ervaringen kunnen delen.

Alle werkelijke leven is ontmoeting
Bubers filosofie biedt een tegenwicht tegen de neiging om relaties te instrumentaliseren. Het herinnert me eraan dat transformatie plaatsvindt in de ontmoeting, waarbij niet alleen de doelen van de cliënt belangrijk zijn, maar ook de kwaliteit van de relatie. Het is deze transformerende kracht van verbinding die mijn werk als coach zinvol en waardevol maak.

SPES (SPiritualiteit in Economie en Samenleving)
CIMIC (Centrum Intercultureel Management en Internationale Communicatie)

Andere artikelen:

Boeken van betekenis – rubriek artemis.be

Boeken van betekenis – rubriek artemis.be

Boeken van betekenis – rubriek artemis.be

Op de website van Artemis (netwerk van vrouwelijke ondernemers) vertelt Thea Bombeek in de nieuwe rubriek Boeken van Betekenis over één van haar favoriete boeken: ‘De nagelaten geschriften’ van Etty Hillesum.

boekenrubriek Artemis

Andere artikelen:

De kracht van woorden

De kracht van woorden

De kracht van woorden

In de december 2024-editie van het Tijdschrift voor Coaching verscheen dit artikel van mijn hand:

De kracht van woorden, Tijdschrift voor Coaching, 4-2024

Andere artikelen:

De job van coach – interview VDAB

De job van coach – interview VDAB

De job van coach – interview VDAB

Op de website van VDAB verscheen op 1 december dit interview dat Jutta Doesselaere met mij had:

De kracht van woorden, Tijdschrift voor Coaching, 4-2024

Andere artikelen: